Hoe Groot is Jouw Wereld?


De laatste instructies die Jezus naliet aan Zijn volgelingen had te maken met getuigen en met het verkondigen van het evangelie tot de gehele wereld (Mat. 28:18-20, Hand. 1:8).

Er bestaat absoluut geen twijfel over de verantwoordelijkheid van elke gelovige om deel te nemen aan de verspreiding van het Evangelie buiten hun stad (Jeruzalem), hun regio (Judea), voorbij hun eigen soort (Samaria) en tot de uiteinden der aarde. Toch nemen slechts weinigen deze opdracht echt serieus zodat we na 2000 jaar nog steeds niet de gehele aarde hebben bereikt, en er nog steeds gebieden zijn waar het evangelie nooit is gepredikt, en zijn er nog steeds volkeren die het evangelie nog niet hebben gehoord.

Een van de meest gestelde vragen is  “hoe zal God mensen oordelen die het evangelie nog niet hebben gehoord?”. Dat is de verleerde vraag. De vraag zou moeten zijn “waarom heeft nog niet iedereen het evangelie gehoord?” Het antwoord is gemakkelijk - omdat we niet gehoorzaam zijn geweest aan het "Grote Gebod". Ja er zijn enkele getrouwen die gegaan zijn maar de meeste christenen gaan niet zelf of helpen niet de enkelen die getrouw wel gaan.

Dit leidt tot de vraag: “Hoe groot is jouw wereld?”. Mijn gedacht is dat voor de meerderheid der Christenen de wereld eindigt bij zichzelf. Het gaat zelfs niet verder dan hun familie, laat staan hun buren, stad, regio of nog verder. Zelfs voor christenen boven de middelmaat eindigt de wereld bij hun gemeente. Dat is al een vooruitgang t.o.v. hun ego, maar ze reiken zelfs niet uit naar hun stad, wat nog maar de eerste basis is.

De eerste gelovigen in Jeruzalem reikten wel uit naar hun stad, maar ook niet verder. Vele jaren eindigde hun wereld in Jeruzalem en ze vergaten dat ze geroepen werden tot buiten hun stadsgrenzen. Toen besloot God om hen te herinneren aan hun verplichting - Hij zond hen een opwekking in de vorm van vervolging. Het resultaat was niet dat ze enkele zendelingen uitzonden maar dat elk lid van de gemeente werd gedwongen om te vluchten uit Jeruzalem – naar Judea, Samaria en tot de uiteinden der aarde! Waar ze verschillende jaren in faalden deden ze plots in één week (Hand. 1:8).

Kan jij je voorstellen wat er zou gebeuren als de Here zou beslissen dat Hij nu genoeg had van de lauwe houding van de gemeenten ten aanzien van evangelisatie en zending, en zo'n onheil bracht waardoor ieder lid zou gedwongen worden zich naar andere delen van de wereld te begeven! Dat zou geen erg aangename gebeurtenis zijn. Maar God’s programma zal niet door onze ongehoorzaamheid gedwarsboomd worden. Als we geen partners van God willen zijn, zal hij ons laten slaan en schreeuwen, maar, erger nog, Hij zal ons overslaan en anderen roepen die hetzelfde medelijden hebben met de verlorenen als Hij. 

En dat is het meest waarschijnlijke scenario. Ik heb teveel gemeentes gezien die God's zegen verloren en een zekere dood stierven omdat ze weigerden de grenzen van hun wereld te verleggen. Op een manier is dat wat gebeurde met Jeruzalem. God vernietigde die gemeenschap en op korte tijd ging het van 10,000 leden over naar 12. Toen begon Hij deze te herbouwen maar niet met de oorspronkelijke ongehoorzame mensen maar met een nieuwe gemeente.

De reden waarom je nu bent waar je bent en waarom de gemeente nog op aarde is, is niet om een gezegend clubje te hebben of om God te aanbidden. De gemeente is nog op aarde voor slechts één reden en dat is om het evangelie te prediken en om de verlorenen te winnen voor Christus. Aanbidding, gemeenschap, gebed, Bijbelstudies en welk ander aspect van het leven van de gemeente ook  kan beter in de hemel worden gedaan dan hier op aarde. Als gemeenteleven enkel gemeenschap met elkaar en met God is dan zou God ons zeker allemaal reeds opgenomen hebben. Maar er is één ding dat niet in de hemel kan worden gedaan en dat is de verlorenen bereiken (want er zijn er daar geen). Dus de enige reden waarom de gemeente nog niet is opgenomen is omdat er op aarde nog steeds zielen zijn die moeten gered worden. Petrus zegt dat de enige reden waarom Jezus nog niet is teruggekomen is omdat “De Here talmt niet met de belofte, al zijn er, die aan talmen denken, maar Hij is lankmoedig jegens u, daar Hij niet wil, dat sommigen verloren gaan, doch dat allen tot bekering komen." (2Pet. 3:9).

Evangelisatie en zending zijn geen extra opties die we mogelijk aan ons programma kunnen toevoegen mochten we het zo aanvoelen. Het is de echte reden voor ons bestaan, zowel persoonlijk als gezamenlijk. Als we de visie voor de ongeredden verliezen dan verliezen we onze reden van bestaan. Sta me dus toe u enkel vragen te stellen:

Sommige Christenen zijn zo gefocust op hun eigen comfort, positie en zichzelf dat ze het niet kunnen verdragen dat nieuwe mensen in hun gemeente komen omdat dat hun klein en knus bestaan ondersteboven kan halen. Niet alleen hebben zo'n mensen geen hart voor de verlorene, maar ze werken ook diegene tegen die evangeliseren. Erger nog, ze gehoorzamen niet alleen God's direct gebod, ze staan ook God's werk in de weg. Kun jij je voorstellen wat Hij zal doen met hen die er voor kiezen eerder met de Duivel samen te werken dan met God?

Dus hoe groot is jouw wereld? Gaat het verder dan je living, TV en God-zegen-mij-club?. Als je wereld niet je ganse stad en regio insluit alsook de mensen die niet zijn zoals jij en als het niet uitstrekt tot de einden der aarde, dan ben je heel klein en heel arm. Sta me tenslotte toe jou te vragen - wat doe jij persoonlijk of wat ga je doen om de opdracht die Jezus jou persoonlijk gaf te volbrengen - om uit te reiken naar een wereld die naar de hel gaat?

“En Jezus trad naderbij en sprak tot hen: Mij is gegeven alle macht in de hemel en op de aarde. Gaat dan henen, maakt alle volken tot mijn discipelen en doopt hen in de naam des Vaders en des Zoons en des Heilgen Geestes en leert hen onderhouden al wat Ik u bevolen heb. En zie, Ik ben met u al de dagen tot aan de voleinding der wereld." (Mat. 28:18-21)

“maar gij zult kracht ontvangen wanneer de H.Geest over u komt, en gij zult mijn getuigen zijn te Jeruzalem en in geheel Judea en Samaria en tot het uiterste der aarde. (Hand. 1:8)